Nieuws-en blogberichten

Vliegen in een Flight Simulator nabij Schiphol

SimFlying

Je wilt piloot worden maar helaas, de cockpitdeur zit sinds 9/11 op slot. Daardoor kan je maar moeilijk een goede indruk krijgen van wat het vak van verkeersvlieger écht inhoudt. Gelukkig zijn er tegenwoordig opties om je alsnog een indruk te geven van wat het vliegen inhoudt. Concreet is dat het nemen van een vliegles in een sportvliegtuigje. Dat is in de basis hetzelfde als een groot verkeersvliegtuig, maar op veel kleinere schaal. Het vliegt anders, maar de fundamenten zijn hetzelfde. Pitch up = stijgen, pitch down = dalen.

Een andere optie om te ontdekken of piloot worden echt wat voor jou is, is door het boeken van een paar uur in een flight simulator. Dit is een 1-op-1 nagebouwde cockpit van een Boeing 737 of soms van een Airbus A320. Daarbij kan je plaatsnemen in de stoel van de co-piloot, of voor de degene met ervaring, in de gezagvoerder stoel. Wat je zal zien is een grote hoeveelheid schakelaars, knopjes en instrumenten. Indrukwekkend op het eerste oog, maar de instructeur zal je stapje voor stapje wegwijs maken in de cockpit.

Na de uitleg over de cockpit is het tijd om te gaan vliegen. Taxi jij het vliegtuig naar de startbaan? De instructeur helpt natuurlijk waar nodig. Oh, en vergeet niet om het ‘Fasten your seatbelts’-lampje aan te doen! Eenmaal aangekomen bij de startbaan werk je de before take-off checklist af. Ready for departure? De verkeerstoren, ook wel Air Traffic Control genoemd, zal je “Cleared for Take-Off” klaren.

Opstijgen

Je kan de gashendels, ook wel throttles genoemd, naar voren schuiven! Je zal de motoren tot leven horen komen. Het vliegtuig accelereert en jij ziet de snelheid toenemen. “V1, Rotate, Positive Rate? Gear up!”. Dat zei de vlieginstructeur wel heel snel maar gelukkig had hij het van te voren gebriefd. Bij een snelheid van ongeveer 130kts kom je los van de baan en zodra je op de instrumenten ziet dat je inderdaad aan het stijgen bent, dan kan je het landingsgestel omhoog halen. Dit doe je door de grote gear lever voor je omhoog te verplaatsen.

Eenmaal opgestegen vlieg je een zogenaamde SID, een Standard Instrument Departure. Een soort van snelweg in de lucht, op weg naar je eindbestemming. De vliegroute wordt bepaald aan de hand van een vliegplan (“Flight Plan”). Deze kan je siminstructeur voor je maken en is afhankelijk van je vertrekpunt en eindbestemming. Je kan kiezen uit maar liefst 24.000 luchthavens! Hong Kong naar Singapore? Amsterdam naar Berlijn? Het is allemaal mogelijk.

Nadering en landing

Goed, we komen in de buurt van onze eindbestemming. In dit artikel kiezen we voor Amsterdam. Je gaat landen op baan 36L, dat is de Polderbaan. Je krijgt van de luchtverkeersleiders te horen dat je de nadering mag gaan begin. Je vangt aan met de Approach Checklist en werkt de items één voor één af. Voordat je het, kijk je uit het raam en zie je de landingsbaan al liggen. Hij is meer dan lang genoeg voor onze Boeing 737-800. Bij het landen is het een kwestie van je snelheid, neusstand en hoogte combineren. Vlieg je te snel? Neem dan wat gas terug. Zit je te hoog en zie je 4 witte PAPI-lampjes? Laat dan je neus wat zakken door de yoke naar voren te duwen. Goed flaren en daarna de reverse thrust gebruiken. Gefeliciteerd, je hebt zelfstandig de Boeing aan de grond gezet!

Betaalbare ervaring

SimFlying is de meest betaalbare aanbieder van simulator-arrangementen van Nederland. Waar dit normaal zo’n €150 / uur kost, betaal je nu slechts ongeveer de helft van dat tarief! En je kan je bezoek perfect combineren met een dagje Schiphol, het ligt namelijk op steenworp afstand van onze nationale luchthaven.

Coronavirus en vlieglessen: wat je moet weten

Update 25 februari 2022: We mogen vliegen! Passagiers zijn ook toegestaan. Mondkapjes en het tonen van een QR-code is niet langer verplicht.

Heb je klachten? Blijf thuis en laat je testen. De afspraak wordt in dat geval verplaatst naar een andere dag.

Hoe land je een vliegtuig?

Het landen van een vliegtuig, van een groot passagiersvliegtuig tot een klein sportvliegtuigje, wordt door piloten vaak beschouwt als het leukste deel van de vlucht. De uitdaging is telkens om een zo zacht mogelijke landing te maken, met een soepele nadering.

Alvorens je de landing uitvoert vlieg je eerst een zogenaamd Circuit (in het Engels: traffic pattern). Deze heeft de vorm van een U.

Downwind leg

Het eerste deel wordt de Downwind genoemd. Hier vlieg je langs de landingsbaan maar in de tegenovergestelde richting van de landing. Tevens zetten we hier ‘het eerste standje flaps’. Dit zijn een soort kleppen die de overtreksnelheid verlagen, in andere woorden: het vliegtuig kan langzamer vliegen en heeft hierdoor minder landingsbaan nodig.

Hierna volgt de base-leg, nu vlieg je de baan tegemoet in een hoek van 90*. Dat betekent dat als je naar linksvoor kijkt je de landingsbaan ziet liggen, nu zet je de daling in naar de landingsbaan.

Final leg

Inmiddels hoeven we nog maar een bocht te maken, zodat we ons oplijnen met het verlengde van de landingsbaan (de ‘extended centerline’). We zitten nu op ongeveer 100 meter hoogte. We doen onze ‘Final Approach’-checklist, waarbij we nog een keer kijken of de belangrijkste dingen zijn ingesteld. We zorgen dat we gestabiliseerd zijn tijdens de nadering en dat we de juiste aanvliegsnelheid vliegen. Ook hier geldt: een goede voorbereiding is het halve werk.

Op grote vliegvelden hebben we toestemming nodig van de verkeerstoren om te mogen landen (bijvoorbeeld: “Cessna ABC, cleared to land runway 18”). Op kleine vliegvelden daarentegen, zonder verkeersleiding, hebben we geen specifieke ‘landingsklaring’ nodig. Wel geven we hierbij telkens aan over de radio waar we zijn. Dit doen we zodat andere piloten goed op de hoogte zijn van de situatie in het circuit.

De flare, het uitronden voor een zachte landing.

Op zo’n 2 meter hoogte (6 feet) begint de zogenaamde ‘Flare’. We brengen het motorvermogen naar een minimum en tegelijkertijd trekken we rustig aan de stuurkolom zodat we zachtjes landen en dat ons neuswiel als laatste op de grond komt. Eenmaal op de grond houden we ons vliegtuig in het midden van de baan, de ‘centerline’, door correcties te maken met onze voetpedalen.

Afhankelijk van de lengte van de landingsbaan gebruiken we onze remmen om eerder tot stilstand te komen. Meestal is dit echter niet nodig en rollen we vanzelf uit. Hierna besturen we met onze voetpedalen het neuswiel en rijden we een taxibaan op. We doen nu onze ‘after landing’-checklist. Eenmaal aangekomen op de parkeerplaats pakken we de ‘engine shutdown checklist’ en ‘parking’ checklist erbij en werken we alle punten af.
Done, klaar, finito! Uitstappen en tijd om wat foto’s te maken.

Het verschil tussen een PPL en LAPL vliegbrevet

Je kan twee typen motorvliegbrevetten halen, het Private Pilot License (PPL) en het Light Aircraft Pilot License (LAPL).
Er zijn een aantal verschillen tussen deze twee vliegbrevetten, welke in dit artikel zullen worden uitgelicht.

Kosten

Daarover kunnen we helder zijn: het LAPL is goedkoper dan het PPL vanwege de lichtere eisen.
Kosten LAPL: vanaf ongeveer 8.000,- (afhankelijk van de vliegschool, gemiddeld 10.000,-)
Kosten PPL: vanaf ongeveer 13.000,- (afhankelijk van de vliegschool, gemiddeld 15.000,-)
Het verschil zit hem voornamelijk in het feit dat de ‘uren-eis’ van het PPL aanzienlijk hoger ligt.

Eisen

LAPL: 30 uur vlieginstructie bij een Approved Training Organisation (ATO, duur woord voor vliegschool).
PPL: 45 uur vlieginstructie bij eenzelfde ATO.
Instructie-bevoegdheden kunnen beperkt zijn tot enkel PPL of enkel LAPL-opleiding, dus let daarop.

Bevoegdheden

LAPL: bevoegd om binnen Europa (dus niet alleen de EU) met maximaal 3 niet-commerciële passagiers te vliegen (o.a. vrienden, familie en vliegmaatjes).

PPL: bevoegd om wereldwijd te vliegen, dus ook landen als de Verenigde Staten en Zuid-Afrika. Het is echter geen kwestie van instappen en gaan, in veel landen dien je een gelijkstelling te behalen om ook in dat land een vliegtuig te mogen huren. Deze gelijkstelling behaal je vaak door ter plaatse een checkride succesvol te doorlopen .
Het PPL biedt veel meer uitbreidingsmogelijkheden, waaronder:

Het uitbreiden naar een commercieel vliegbrevet (om uiteindelijk verkeersvlieger te worden)
Het uitbreiden met ratings zoals: Night-VFR (’s nachts vliegen), IFR (vliegen op instrumenten i.p.v. zicht), Flight Instructor (instructeurspapieren), Aerobatic (kunstvliegen)

Conversie LAPL naar PPL

Het is goed mogelijk om je Europese vliegbrevet om te zetten naar een wereldwijd PPL-brevet.

Vroeger kon je ook nog je Regional Pilot License (RPL) halen, hiermee mocht je dan uitsluitend binnen Nederland vliegen. Dit brevet is vervangen door de Europese versie, het LAPL.

Advies

Vergis je niet in de theorie, het beste is om dit in je begin van je vliegopleiding te gaan doen. Hiermee heb je al wat vlieguren erop zitten en zal je meer van de theorie begrijpen omdat je het in de praktijk hebt meegemaakt.
Als je nog niet zeker bent over je keuze dan kan je altijd beginnen met de LAPL-vliegopleiding. Als je daarna toch besluit dat je buiten Europa zelf wilt vliegen dan kan je namelijk altijd nog de conversie doen naar het Private Pilot License.
Lang niet iedereen is klaar voor zijn vliegexamen na 30 uren vlieginstructie, het neemt vaak meer tijd in beslag om het vliegtuig echt goed te vliegen.
Dit is een samenvatting van de regelgeving omtrent particuliere vliegbrevetten, de realiteit is echter dat de regels en eisen specifiek en complex zijn, laat je dus goed inlichten.

6 tips voor het behalen van uw vliegbrevet

U heeft inmiddels de beslissing gemaakt om vlieglessen te volgen om zodoende uw vliegbrevet te behalen. Omdat de kosten van een vliegbrevet vaak boven de €10.000 uitstijgen is het de kunst om zo efficiënt mogelijk de vliegopleiding te doorlopen. Hierbij enkele nuttige tips:

1. “Chair-flying” cq. “droog-vliegen”

Vliegen draait om het volgen en uitvoeren van procedures. Deze procedures gaan soms per checklist en soms dient u deze uit uw hoofd te kennen.
Deze procedures zijn een kwestie van herhalen. Ga als volgt te werk:
Ga zitten, het liefst voor een poster van de cockpit.
Doorloop nu de gehele vlucht of slechts een deel ervan.
Werk checklists af en verricht de vereiste handelingen om de vlucht uit te voeren zoals het is voorgeschreven.
Als u dit maar vaak genoeg doet dan ‘gaat het erin zitten’. Door deze procedures en checklists vaak doorlopen te hebben zal u tijdens de vliegles meer rust ervaren.

2. Maak tijd vrij en vlieg zo vaak mogelijk

Het behalen van een vliegbrevet is een flinke tijdsinvestering, zowel het theoretische als het praktijk-gedeelte. Neem hier dus tijd voor uit en, belangrijk, vlieg zo vaak mogelijk. Het beste is om dagelijks te vliegen. Periodes langer dan twee weken tussen de lessen zijn niet bevorderlijk voor de progressie.

3. Theorie voltooien aan het begin van de praktijkopleiding

Het beste is om de PPL / LAPL – theorie voor het begin van grofweg de tiende vliegles voltooid te hebben. Dit wil zeggen dat u de vakken voltooid heb middels examens bij het CBR. Het kan geen kwaad al enkele uren aan vlieglessen te hebben gehad, zo snapt u de theorie beter. Echter is het dus af te raden om na het praktijk-gedeelte pas te starten met de theorie.

4. Kom ruim van te voren

Kom voor de aanvang van de vliegles al naar het vliegveld, liefst minimaal een halfuur van te voren. Zodra u eenmaal de instructeur hebt ontmoet gaat alles in sneltreinvaart en kan goede voorbereiding geen kwaad.
Dit stelt u in staat alles voor uzelf in rust op een rijtje te zetten. Zo kunt u kijken naar het baangebruik, het weer en de ontwikkeling van het weer.

5. Samen leren en doen met een vliegmaatje

Dit is een lastiger punt om direct toe te passen, maar een vliegopleiding volgen samen met een kennis of vriend is slim. U kunt ook bij uw vliegschool informeren of er leerlingen zijn die hetzelfde traject als u aan het afleggen zijn.
Zodoende kunt u ervaringen uitwisselen met uw vliegmaatje en hem of haar ook vragen stellen. Ook met het leren van de theorie en chair-flying is een vliegmaatje aan te raden.

6. Flight Simulator op de PC

Een discutabel punt, desalniettemin noemenswaardig: het oefenen met Flight Simulator op de computer.
Er kleven voor-en nadelen aan het gebruik van een vluchtsimulator. Critici vinden flight simulators onrealistisch en zouden contraproductief werken. Liefhebbers spreken dit tegen en vinden dat bij de juiste instellingen en voorwaarden een vluchtsimulator juist dicht bij de realiteit komt en dat het geschikt is voor het verbeteren van vaardigheden.
Dit punt kan overigens goed gecombineerd worden met het eerste punt, chair-flying.

Recreatief vliegen in Nederland neemt een vlucht

Steeds meer mensen raken gefascineerd door alles wat met vliegen te maken heeft. Blijkbaar heeft dit van nature een enorme aantrekkingskracht op ons. Eerlijk is eerlijk, het is en blijft een unieke ervaring om hoog boven alles en iedereen in het hemelse blauw te vliegen. Deze grote belangstelling voor vliegen heeft ertoe geleid dat het recreatieven vliegen in Nederland een enorme vlucht heeft genomen. Het recreatieve vliegen is inmiddels een volwassen sector geworden, waar veiligheid en professionaliteit gewaarborgd zijn. Er zijn nogal wat verschillende vormen van recreatief vliegen. In het vervolg van dit artikel worden een aantal bijzondere vormen uitgelicht. Dit is overigens een interessante website voor de luchtvaart.

Zweefvliegen

Zweefvliegen is een bijzondere vorm van vliegen die je mag rekenen tot het recreatieve vliegverkeer. Misschien is dit zelfs wel de meest ultieme vorm van vliegen, omdat je bij zweefvliegen geen gebruik maakt van een motor. Er zijn verschillende manieren om de lucht in te komen met een zweefvliegtuig. Zo is daar de zogenaamde lierstart, waarbij het zweefvliegtuig door middel van een lier de lucht in wordt geholpen. De vlieger koppelt deze lier los wanneer het toestel op zo’n 450-500 meter hoogte is aangekomen. Een de andere manier is om met behulp van een sleepvliegtuig de lucht in getrokken te worden. De lierstart is echter de meest voorkomende manier. Is het toestel eenmaal op hoogte dan begint het aan een geleidelijke daling, de glijvlucht genoemd. Wanneer er voldoende opstijgende lucht is, thermiek genoemd, kun je hier gebruik van maken door het zweefvliegtuig te laten “klimmen”. Een redelijke standaardvlucht met een zweefvliegtuig duurt zon 10 tot 15 minuten, maar wanneer je de thermiek goed weet te benutten kan de vluchttijd natuurlijk aanmerkelijk oplopen.

Helikopter rondvlucht

Een rondvlucht maken in een helikopter wint ook aan populariteit. Steeds vaker heb je op grote evenementen de mogelijkheid om een rondvlucht in een helikopter te maken. Vanzelfsprekend is dit een unieke belevenis en het is dan ook niet verwonderlijk dat de tickets als warme broodjes over de toonbank gaan. Daarnaast kun je zelfs al een helikopter huren, uiteraard met piloot. Dit wordt gedaan voor bijvoorbeeld het maken van “fotovluchten” of wanneer je jouw geliefde op een bijzondere wijze wil vragen om met jou in het huwelijksbootje te stappen.

Parachutespringen

Degenen die echt lef hebben, die wagen zich aan het parachutespringen. Op meerdere plekken in Nederland is het mogelijk om een parachutesprong te maken. Uiteraard kun je er voor kiezen om een tandemsprong te maken. Hierbij hang je als het ware onder een ervaren parachutist, maar ervaar je toch dat unieke gevoel van een vrije val en het langzaam naar beneden zweven wanneer de parachute is uitgeklapt. Je kunt er echter ook voor kiezen om een cursus parachutespringen te volgen, waardoor jij straks zelf geheel in je eentje uit het vliegtuig kunt springen. En als je dan echt de smaak te pakken hebt kun je je zelfs nog aansluiten bij een parachutistenvereniging, waar je jouw passie voor het springen met anderen kunt delen.

Ballonvaren

Kijk op een zomeravond eens naar de lucht. Het kan bijna niet anders dan dat je ergens in de lucht wel een luchtballon ziet. En in het geval je deze nog niet gezien zou hebben, dan herken je ‘m wel aan het karakteristieke geluid als de ballonvaarder de vlam er nog eens goed onder zet. Ballonvaren biedt je gezonde spanning en tegelijk ontspanning. Iedereen die voor de eerste keer in het mandje van een luchtballon stapt is toch een beetje zenuwachtig. Dit duurt vaak maar even, want al gauw begint het grote genieten wanneer je in alle rust en ruimte over alles en iedereen heen vaart. Wat ook spannend is aan ballonvaren is dat je nooit van tevoren weet hoe lang je zal vliegen en waar je zal landen. Ook hier geldt dat je na afloop in elk geval een unieke ervaring rijker bent.

Neem vliegles!

Bovenstaande vormen van recreatief vliegverkeer zijn voornamelijk passieve vormen. Hiermee wordt bedoeld dat je zelf vrij weinig hoeft te doen, omdat alles voor jou wordt gedaan en geregeld. Maar recreatief vliegverkeer is er ook in een actieve vorm. Neem eens een vliegles, waarbij je zelf de piloot bent! Dit kun je vanaf verschillende vliegvelden in Nederland doen. Denk hierbij aan vliegveld Lelystad, vliegveld Teuge, vliegveld Hilversum of Rotterdam Airport… stuk voor stuk unieke locaties. Een vliegles is meer dan alleen maar de stuurknuppel mogen vasthouden wanneer je in de lucht bent. Nee, het begint met een heuse briefing en check van het vliegtuig. Aangezien jij de piloot bent ben jij ook degene die het toestel op laat stijgen. Na het maken van een rondvlucht ben jij uiteraard ook degene die het toestel weer aan de grond zet. Met een debriefing eindigt jouw vliegles en kun jij “piloot” op jouw cv bijschrijven.